Ga naar hoofdinhoud

Medicijnen en ouder worden

Soms is de dosering van een medicijn anders bij ouderen, dan bij mensen van middelbare leeftijd of jonger. Dat heeft te maken met lichamelijke veranderingen die optreden bij het ouder worden. Belangrijke veranderingen zijn:
Verandering in lichaamssamenstelling

De spiermassa neemt af en de hoeveelheid vetweefsel neemt in verhouding tot de hoeveelheid lichaamswater toe. Dit zorgt ervoor dat een medicijn bij ouderen anders verdeeld wordt in het lichaam. En dat heeft invloed op de tijd van het medicijn in het lichaam.

Verstijving van de slokdarm

De slokdarm wordt wat stijver naarmate je ouder wordt. Grote tabletten kunnen hierdoor in de slokdarm blijven steken.

Achteruitgang van de lever

De lever speelt een belangrijke rol bij de verwerking van medicijnen in het lichaam. Veel medicijnen worden in de lever omgezet in een andere stof. Bij ouderen kan de lever minder (snel) stoffen omzetten.

Achteruitgang van de nieren

Nieren filteren afvalstoffen die tijdens de stofwisseling ontstaan. Ook zorgen de nieren ervoor dat lichaamsvreemde stoffen, zoals medicijnen, uit het bloed gehaald worden en worden afgevoerd via de urine. Als de nierfunctie sterk achteruit gaat, is bij bepaalde medicijnen aanpassing van de dosering nodig om ernstige bijwerkingen te voorkomen.